De Surselva

De Surselva strekt zich uit langs de Voorrijn tussen Reichenau en de Oberalppas voorbij Disentis/Sedrun, met prachtige zijdalen als het Safiental, Val Lumnezia en het Valsertal. Men spreekt Reto-Romaans in een eigen dialect, het ‘Sursilvan’. Dat is onbegrijpelijk, maar klinkt Italiaans. Pas halverwege de lagere school leren kinderen Duits. Waltensburg heet hier ‘Vuorz’. De Surselva heeft een traditie van eigenwijze onafhankelijkheid; veel feodale burchten legden al vroeg het loodje, al bleef de abt van het imposante klooster in Disentis lang een machtig man.

De Surselva geldt in Zwitserland als een ‘Geheimtip’ voor onbedorven natuurschoon. Het berglandschap wordt getekend door drieduizenders, maar is ook lieflijk, met naald- en loofbossen en eindeloze groene almen vol Almhütte, waar in de lente en de zomer de koeien grazen. De Alpabzug in september is een belevenis.

Voor bergwandelaars is de streek een geliefde bestemming. De Val Frisal boven Brigels is een absolute must, net als de tocht boven de Rheinschlucht, de ‘Grand Canyon’ van Zwitserland, ontstaan toen meer dan 9.000 jaar terug de bergen boven Flims het begaven; het puin van de Ruinaulta/Flimser Bergsturz versperde het dal totdat de Rijn zich een nieuwe weg had gebaand. Op het puin ontstond een van de grootste Zwitserse wouden.

De Greina achter Vals aan de overkant is een bijzondere hoogvlakte, met een unieke flora. Doorsteek naar Ticino. Over de Panixerpass (2074m) ten noorden van Waltensburg loopt men naar Elm in Glarus. In oktober 1799 was dit bergpad de vluchtroute voor de Russische generaal Suworow in de oorlog tegen de Fransen. Zijn leger van 20.000 man verloor vele soldaten in de ijzige kou, een voorbode van wat Napoleon later in Rusland te wachten stond. Voor kinderen en hun (groot-)ouders is zwemmen in de Cauma See onder Flims Waldhaus of de kleinere maar nog helderder Cresta See bij Trin, in de schaduw van de Flimserstein, een onvergetelijk feest. De Surselva kent een uitgebreid netwerk van goed aangegeven en onderhouden wandel-, mountainbike- en fietsroutes (en oplaadstations).

Chur, de hoofdstad van Graubünden met een mooie Altstadt en de nodige culturele bezienswaardigheden, ligt op 35 minuten rijden via Ilanz, Laax en Flims; vandaar is het nog 45 minuten door het Schanfigg naar Arosa, of over de Julierpas naar het Oberengadin en St. Moritz, Pontresina en Sils-Maria (ruim een uur rijden vanaf Chur). 

Andermatt is via Disentis, Sedrun en de Oberalppas te bereiken (1,5 uur), waarna men naar Luzern kan doorrijden, of over de prachtige Furkapas naar Wallis, of naar Locarno of Lugano in Ticino.

Naar Italië kan men ook via de Lukmanierpas boven Disentis, of de San Bernardino-pas bij Splügen (Lago di Como 2,5 uur).